België? Wat nu? Een avond debatteren over België met Jan Peumans en Kristof Calvo

Op maandag 5 november waren Kristof Calvo (GROEN) en Jan Peumans (NV.A) te gast op een debat van de Europakring: een politieke, maar politiek neutrale studentenkring aan de UAntwerpen. Onderwerp van de debat waren de Belgische staatstructuren. Zelf was ik moderator van het debat. Deze blog is mijn verslag, aangevuld met wat persoonlijke opinies.

Voor we in de inhoud duiken, eerst iets over de vorm van het debat. Het was een dialoog op de scherp van de snee, maar met veel respect. Het ging mooi op en af met heel wat inhoudelijke argumenten aangevuld met een goede geut debattechniek. Een rustige avond voor de moderator. Dat wel.

Moet een nieuwe staatshervorming regionaliseren of herfederaliseren?

Eerste debatpunt was of er een nieuwe staatshervorming moet komen. En zo ja: moeten we dan meer of minder bevoegdheden doorschuiven naar de regio’s. Geen verassingen hier. Jan Peumans pleit voor meer regiovorming. Hij baseert zijn pleidooi op de theorie van de twee democratieën. Franstaligen lezen geen Vlaamse kranten en vice versa. We spreken zelfs amper mekaars taal. De Belgische publieke opinievorming is gesplitst. Waarom dan nog samen blijven?

Jan Peumans baseert zijn pleidooi ook op de theorie van het beleidsmaatwerk. Neem bijvoorbeeld het arbeidsmarktbeleid. Als de arbeidsmarkt sterk verschilt, dan moet ook het beleid kunnen verschillen. Dat maatwerk kan best als we bevoegdheden federaliseren. Jan Peumans is optimitsitisch. Op zijn 85ste verjaardag denkt hij de splitsing van Belgie te kunnen vieren.

Kristof Calvo is het daar niet mee eens. Hij ziet vooral veel inefficiëntie in de huidige bevoegdheidsverdeling. Vier ministers van energie levert niet het meest krachtige energiebeleid op. De staatshervorming heeft weliswaar een historische verdienste. De culturele emancipatiestrijd van de Nederlandse taal en cultuur is belangrijk geweest. Maar de slinger is doorgeslagen. Ook Groen is daar in het verleden te veel in meegegaan. Er zijn bevoegdheden gedecentraliseerd die het beleid vooral duurder en minder efficiënt maken. Dat moet ook teruggedraaid kunnen worden.

Siamese tweeling

Zelf denk ik dat Jan Peumans zijn 85ste verjaardag nog steeds in België zal vieren. De belangrijkste reden hebben we in het debat niet echt besproken. Dat is Brussel. België is naar Brussel gebouwd. Letterlijk. In België verknopen alle snelwegen, steenwegen en treinsporen zich in Brussel. Over die wegen pendelen elke dag honderdduizenden werknemers naar de stad en worden goederen aangevoerd en afgevoerd. Armoede wordt geïmporteerd en geëxporteerd. Ook criminaliteit en illegaliteit houden zich niet aan de grenzen van het gewest. In Brussel staan ook onze belangrijkste cultuurhuizen en musea. En dan heb je ook nog de Europese instellingen.

Brussel, Vlaanderen en Wallonië zijn intensief verweven. De figuur hieronder geeft de stadsgewesten in België weer op basis van pendelbewegingen van en naar de stad. Brussel is veel groter dan het Brussels Gewest. Net zoals Antwerpen, Gent of Luik veel groter zijn dan de kernstad. Daarom is het zo moeilijk om België te splitsen.

België is een Siamese tweeling met het hoofd aan mekaar. Dat hoofd is Brussel. Tussen Edinburgh en Londen liggen sompige weiden. Tussen Madrid en Barcelona liggen droge heuvels. Tussen Antwerpen en Namen ligt Brussel.

Interne, Vlaamse staatshervorming

Het tweede thema in het debat was de interne, Vlaamse staatshervorming. Moeten de provincies blijven bestaan? En moeten de gemeenten fuseren? Vooral Kristof Calvo nam hier straffe stellingen in. Hij schreef er ook een boek over. Provincies en intercommunales schaffen we af. Gemeenten fuseren we tot ze minimaal 25000 inwoners tellen. Dit betekent dat de meerderheid van de Vlaamse gemeenten moet fuseren. De taken waarvoor gemeenten te klein zijn, worden toegewezen aan stadsgewesten. Deze stadsgewesten worden bestuurd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. De hele grote intercommunales zoals Eandis of Infrax besturen we best op een Vlaamse schaal.

Jan Peumans was het volmondig eens met de afschaffing van de provincies. Let wel; het gaat dan vooral over het politieke niveau en niet over de dienstverlening. De fietssnelwegen worden nog niet opgebroken en de provinciale domeinen worden nog niet verkaveld. De bevoegdheid moet volledig overgenomen worden door ofwel Vlaanderen, ofwel de gemeenten. Over de fusies van gemeenten sprak Jan Peumans zich minder uit.

Politiezones

Zelf hink ik op twee benen als het over de interne bestuurlijke organisatie van Vlaanderen gaat. Op een wit blad zou mijn tekening niet zo veel verschillen van die van Kristof Calvo. Gemeenten met een behoorlijke schaal die samenwerken in regio’s die ook logische gehelen zijn.

Met logisch bedoel ik dan maatschappelijk-logisch, de bassins de vie, en niet politiek-logisch, de politieke meerderheden en toevalligheden. Bij de fusie van de gemeenten in 1976 overheerste te vaak de politieke logica (hoe behouden we de meerderheid in de fusiegemeente?) en te weinig de maatschappelijke logica (welke gemeenten horen bij mekaar?).

Sociale geografie geeft ons vandaag heel wat aanknopingspunten om logische gehelen te vormen. De figuur uit een studie van Isabelle Thomas, Arnaud Adam en Ann Verhetsel toont bijvoorbeeld aan binnen welke regio’s mensen meestal verhuizen. Dit zijn allicht ook de regio’s waar de familie woont, het vrije tijdsleven zich afspeelt of waarop de schoolkeuze zich richt. En dus ook de regio waarop heel wat lokaal beleid zich moet richten.

Thomas, Adam en Verhetsel 2018

De bestuurlijke organisatie is echter geen wit blad. Staatshervormingen kosten bakken geld en vreten mentale energie van onderhandelaars, hervormers, en vooral ook de tienduizenden medewerkers in de publieke besturen. De onzekerheid van hervormingen trekt de aandacht weg van de kerntaken. Als we hervormen, moeten we zeker zijn dat het zal renderen.

We moeten dus twee discussies voeren. Enerzijds over een mooie en naïeve lange termijn visie a la Calvo. En anderzijds over de kleine stappen die we al kunnen zetten zonder heel het systeem in vraag te stellen.

Zo’n eerste stap zou intensieve samenwerking in het werkingsgebied van de politiezones kunnen zijn (ppt lezing in Leuven). Deze samenwerking zou dan stilaan verder kunnen gaan dan veiligheid. Als gemeenten goed samenwerken op verschillende beleidsthema’s in de politiezone, dan kunnen ze fuseren. Idem voor de regio’s. Laat sociaal-demografen en onderzoekers logische regio’s afbakenen en richt stap voor stap de intercommunale samenwerking op deze regio’s.

Europa en de liberale rechtsstaat

Ten derde hadden we het over de rol van Europa; met Catalonië als talking point. Calvo verwijt Peumans dat NV-A wel kritisch is over Spanje, maar andere standaarden hanteert wanneer het over de steun aan Viktor Orban gaat. Peumans verwijt GROEN dat ze wel kritisch zijn voor Orban, maar zich niet laten horen als het over Spanje gaat.

Maar eigenlijk veel eensgezindheid hier. De Spaanse overheid overspeelt haar hand in Catalonië. En Europa had van zich moeten laten horen. Willen we een echt Europese gemeenschap, dan moet Europa ook optreden wanneer de fundamentele waarden van de liberale rechtsstaat in het geding zijn.

Minder beroepspolitici, meer politiek

Tot slot kwam ook de rol van de politicus aan bod. Wat me opviel was het stevige pleidooi van zowel Jan Peumans als Kristof Calvo om de wetgevende macht te versterken. De macht in de overheid komt meer en meer bij de executieve te liggen. Dat is niet goed. Als we willen dat mensen professioneel engagement opnemen als gemeenteraadslid of parlementair, dan moeten ze hun werk ernstig kunnen doen.

Voor een stukje gaat dit over vergoedingen. Die zijn vandaag laag. Maar voor Jan Peumans betekent dit ook een decumul. Je kan niet en burgemeester zijn en parlementslid. Kristof Calvo wil ook meer beleidsmedewerkers in de wetgevende macht, om een tegenwicht te vormen tegen de kabinetten en administraties van de uitvoerende macht. We hebben minder beroepspolitici nodig, maar van deze beroepspolitici verwachten we dan wel dat ze volop participeren, consulteren en werken aan het beleid.

Voor Kristof Calvo gaan participatie en de versterkinng van de electorale democratie gelijk op. Jan Peumans geeft toch vooral de versterking van de electorale democratie prioriteit. Participatie mag, maar is niet het eerste actieveld.

En toen waren we 2 uur verder - niemand heeft zich verveeld, sommigen hadden wel dorst.

Wouter Van Dooren
Wouter Van Dooren
Professor of Public Administration

My research interests include public sector performance; performance information, accountability and learning; and conflict in public participation